Fijne vakantie!
Knaplastig
.
Veel scholen hebben deze weken ouderavonden. Tien minuten om de ouders iets te vertellen, iets te vragen en misschien ook nog iets op te lossen is niet veel. Zeker niet als de volgende ouders al in je nek staan te hijgen. De kunst is om to-the-point te komen. Wat helpt is om voordat je start van elke leerling in één zin op te schrijven wat voor jou het belangrijkste is om te communiceren.
En dan heb je nog ouders van één van je lastigste leerlingen die je willen zien. De meesten van ons vinden dit de moeilijkste gesprekken. Je wilt het liefste de 10 minuten volspuien hoe vreselijk hun zoon of dochter zich gedraagt en hoe hij het bloed onder je nagels vandaan haalt. Wat moet je de ouders zeggen? Er is maar één oplossing: Vraag raad bij hen! Elke ouder zal blij zijn als jij vraagt: “ik heb er moeite mee om uw zoon of dochter bij de les te houden. U kent uw kind het beste. Kunt u mij een paar tips geven?”
.
De studenten hebben in de loop van de tijd gedrag ontwikkeld wat hen tegenwerkt. Vaak is het dag- en nachtritme een probleem, soms zijn er moeilijkheden in de thuissituatie en meestal is er sprake van veel leerachterstand, slechte cijfers en veel spijbelen. Het gevolg hiervan is dat de schoolcarrière stagneert en er nauwelijks meer sprake is van leren op het persoonlijke vlak (wie ben ik en wat is mijn plek binnen mijn gezin, vriendenkring en/of maatschappij) maar uiteraard ook op onderwijsgebied (van school verwijderd worden).
En dan:
Op de Wyldemerk zoeken studenten met hun begeleiders naar een manier om het gedrag wat hen tegenhoudt om te zetten in doelmatig gedrag zodat ze wél daar komen waar ze willen zijn.
Het weer op gang helpen van het leren staat daarbij centraal. De ervaring leert: Onderwijs en persoonlijke ontwikkeling gaat beter.
Op campus Wyldemerk staan twee zaken steeds centraal:
.

.

Het is zó gewoon dat bijna niemand zich ooit afvraagt of het wel goed werkt: de leraar stelt een vraag, leerlingen die het weten, steken hun vinger op en een van hen mag het antwoord geven.
Een Engelse hoogleraar onderwijskunde nam de proef op de som en verbood een klas vol kinderen hun vingers op te steken. En wat blijkt? De leerlingen boekten in tien weken tijd twee keer zo veel vooruitgang als een vergelijkbare klas waar wel vingers opgestoken mochten worden.
Lees hier het hele artikel
Trouw, 2010
.
De extreme gevoeligheid over elke vorm van onaangepast gedrag begint zorgelijke vormen aan te nemen. Oorzaak van de paniek volgens Beunders terug te brengen tot de bedreiging die men voelt door grote golven van migratie en mobiliteit. Als je je bedreigd voelt probeer je een muur te bouwen tussen jezelf en 'de ander'... dat kan door je kleding, je accent, je bekakte stem of wat je ook maar kan bedenken om het verschil tussen wij en zij te markeren. En op het moment dat je ook maar ergens iets ziet dat je niet bevalt, dik je dat aan ('straattuig heer en meester in Gouda') en oplossingen als tucht ('tuchthuis') en segregatie ('weg uit mijn buurt') vinden dan gretig gehoor..
.
Een tijdje geleden las ik dat ongeveer de helft van de docenten vindt dat ze geen opvoedende taak heeft. Hoe kan dat nu? De hele dag heb je de kinderen om je heen, je geeft ze structuur, je geeft ze ruimte en grenzen om zich te uiten en te ontdekken, je geeft het goede en soms ook het foute voorbeeld. Kortom: of je wilt of niet… je bent bezig met opvoeding..

Ken je dat? Je rolt van het ene incident in het andere. Je krijgt niet echt vat op wat er aan de hand is. Probleem – oplossing – probleem – oplossing – enz. enz. We vergeten wel eens een stapje achteruit te doen om te kijken naar het patroon achter al die problemen.
Het handboek oplossingsgericht werken in het onderwijs biedt veel handvatten om dat wel te doen zonder je te laten sturen door de problemen: stilstaan bij wat je echt zou willen, je bewust worden van de kwaliteiten die je hebt in te zetten en werken aan structurele oplossingen.
Het krachtige vind ik dat deze manier van werken uitgaat van mogelijkhedenen niet van problemen en wat er niet kan.
Het boek is zeer toegankelijk en veel is direct toepasbaar. Een echte aanrader voor coaches, IB’ers, teamleiders, docenten, eigenlijk alle onderwijsmensen.
Ik ben er als senior coach in elk geval heel enthousiast over.
Louis Cauffman & Dick J. van Dijk, Handboek oplssingsgericht werken in het onderwijs, Boom onderwijs Amsterdam. 2009.
Boektip van Jacqueline Schoones
j.schoones@aps.nl
Hier te bestellen
.

Ondanks de negatieve beeldvorming door de media, kunnen we toch stellen dat het eigenlijk heel erg goed gaat met onze jeugd. Het lijkt misschien raar, maar onze jeugd is nog nooit zo ‘volwassen’ geweest als in deze tijd. nog niet eerder zagen we dat jongeren zoveel positieve kenmerken laten zien. Ze zijn bevlogen, betrokken (ja, ook maatschappelijk en bij de politiek), ze zijn enthousiast, ze hebben er zin in. De criminaliteitscijfers van jongeren zijn al jaren dalende, de trend van het op steeds jongere leeftijd gaan drin- ken is alweer gekeerd, het aantal jongeren dat rookt is lager dan ooit… maar ze zijn daarnaast lastiger dan ooit. Want ook al hebben ze zin in leren, ze hebben geen zin in lege of slechte lessen in onderwerpen waar ze voor hun gevoel niets aan hebben – en dat zullen ze laten weten ook. Ook al willen ze maar al te graag werken (en dat doen ze dan ook bijna allemaal), ze hebben geen zin om het slaafje of de jongste bediende te zijn die alle rotklusjes mag opknappen – en vertrekken dus rustig op zoek naar een andere baan. Ze willen best respect tonen, maar willen het vooral eerst ook zelf krijgen. Ze kijken naar ons en prikken dwars door ons heen, en zijn daar ook nog eens goudeerlijk over. Eerlijk in hun meningen over alles wat ze zien en meemaken, eerlijk over hun school, over hun docent, over hun vrienden, over de wereld, over de politiek, over commercie en bedrijven. Want jongeren kijken naar ons met een andere bril op, zien de wereld op een andere manier dan wij en prikken dwars door de door ons geschapen illusies heen..

.
.

Over sommige onderwerpen wordt niet gesproken in de lerarenkamer. Daarom vonden wij het tijd voor een boek over zo’n onderwerp: 'knap lastig' pubergedrag in de klas. Want als er niet over gepraat kan worden, dan moet er maar over worden gelezen.
Als docent is het vaak moeilijk om aan te geven dat je bepaald gedrag niet aankan. Logisch. Je kwetsbaar opstellen is óók knap lastig!
In samenwerking met een aantal prominenten zoals Martine Delfos, Kees van der Wolf en Johan Hamstra geven we tips, reiken werkvormen en concepten aan. Maar belangrijker: we geven met het boek een instrument in handen om het gesprek over lastig pubergedrag te openen en het lesgeven aan pubers weer leuker, makkelijker én beter te maken.
Alvast een kijkje in het boek? Hier een paar voorbeeldpagina’s, zodat je een beeld kunt vormen van het geheel.


Je kunt het boek bestellen voor € 14,95 (exclusief verzendkosten) via link helemaal rechts boven.
Geef 't door aan je schoolleider: leuk idee als kerstcadeau voor 't hele team.
.
Leerlingen:
‘Voor de havo heb je meer discipline nodig. Ik weet wel hoe het werkt discipline, maar het lukt me nog niet om het te doen.’
‘Alle VMBO-ers hebben geen discipline. Anders hadden we wel HAVO gedaan…’

.
.
.
.
Deel 4 in het 5-luik groepsvorming: na forming (oriëntatie), norming (normeren) en storming (presenteren), nu de performing-fase. In deze fase kan je met de leerlingen full-swing vooruit. Als de vorige fases goed zijn verlopen is de werksfeer positief. Als je ‘een lekker werkende groep’ hebt hieronder weer een dia uit het boek Handboek Positieve Groepsvorming.
Als je in deze fase merkt dat het niet loopt met een groep (een aantal leerlingen manifesteren zich negatief, de rest volgt de codes van hen, de klas is als los zand) wacht dan niet te lang en start het traject ‘de lastige klas’ waarin je als docententeam samen met de klas het proces weer vlot trekt: “geen klas is sterker dan een team”.
.
.

.

.
.

.
.
Grote kans dat je de namen Kimberley, Wesley, Kevin en Destiny associeert met een lagere sociale klasse (‘dom’) en Olivier, Sophie, Maxim en Alexander met slim en sociaal. Jij bent niet de enige. De Duitse pedagoge Astrid Kaiser ontdekte dat dit bij de meeste docenten zo werkt. Het vervelende van dit mechanisme is dat je als docent de eerste groep ook onbewust minder aandacht geeft. En dat de leerlingen in de gaten krijgen dat ze voor ‘dom’ wordt aangezien en zich vervolgens ook dom gaan gedragen. .
.
Wil je het filmpje zien? Klik hier.
.
Antwoord: ‘Gott weiß alles, der Lehrer weiß alles besser'
.