dinsdag 15 november 2011

Druk druk druk

ADHD maakt een epidemische ontwikkeling door. Het aantal gediagnosticeerde kinderen is de laatste tien jaar verdubbeld, 5% zou nu ADHD hebben. Als bioloog suggereer ik dat hyperactiviteit dan vast een evolutionair voordeel heeft. Wat voor schoolse zaken soms een lastige eigenschap is, kan in het verdere leven goed van pas komen. Theo Maassen zegt in zijn show ‘mijn vriendin is hoogopgeleid, ik ben snel afgeleid’.
Timo Bolt geeft een mooie historische kijk op ADHD in zijn boek ‘van zenuwachtigheid tot hyperactief’. Ten eerste: drukke kinderen waren er altijd al. We noemden ze zenuwachtig, nerveus, driftig, MDB of ze hadden een ‘moreel-ethisch’ defect. En ten tweede geeft hij adhv de geschiedenis 4 verklaringen waarom er tegenwoordig zoveel meer kinderen het label ADHD krijgen (de 4 M’en):

  1. Mode: zowel in borrelpraat als serieuze media wordt veel aandacht aan hyperactiviteit besteed. Als je druk bent, heb je al snel ‘Adé Ha Dé’ . Het laten testen is dan de volgende stap;
  2. Moderne tijd: in het drukke dagelijkse leven is geen ruimte voor kinderen die extra zorg en aandacht vragen. En: de hoeveelheid prikkels neemt toe, en het is knap als je die kan negeren;
  3. Medische vooruitgang: de medisch hoek weet ADHD beter en eerder te herkennen;
  4. Medicalisering: de medici, ouders en school hebben er baat bij dat de diagnose gesteld wordt. Het label ADHD levert geld op en het is fijn als je zelf niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het wangedrag.

Naast deze, meer theoretische verhandeling over ADHD heeft Trix van Lieshout een klein boekje gemaakt met praktische tips en handreikingen: ‘Druk Druk Druk’ heet het. De ultieme tip is (voor)structureren. Maar als je wilt weten hoe je dat heel specifiek kan doen in een klassensituatie, koop dan het boekje, voor de prijs van 8,50 hoef je het niet te laten.

.

donderdag 3 november 2011

Wilskracht

Het goed kunnen inzetten van wilskracht is belangrijker dan intelligentie om maatschappelijk succesvol te worden. En tegelijkertijd hebben alle mensen ongeveer dezelfde hoeveelheid wilskracht. Deze 2 gegevens kan je inzetten bij je ingewikkelde en/of overbelaste leerlingen. Eerst de uitleg van de 2 constateringen, en dan hoe we het kunnen gebruiken.

Wilskracht is belangrijker dan intelligentie om maatschappelijk succesvol te worden
Een redelijk simpel experiment gestart in 1972 maakte dit duidelijk. Zet een kind in een kamer, en leg een snoepje op tafel. Vertel dat hij/zij dat snoepje mag opeten, maar als dat snoepje er over een kwartier nog ligt, het kind er nog een krijgt. Je snapt dat het ene kind het snoepje sneller van tafel graait dan de ander, en hoe ouder het kind hoe meer wilskracht ze tonen. Na 20 jaar hebben ze de kinderen van toen ondervraagd: diegene die het indertijd een kwartier hebben volgehouden bleken vrijwel allemaal succesvoller op school en in hun werk dan de kinderen die het niet lukte.

Alle mensen hebben ongeveer dezelfde hoeveelheid wilskracht
Wilskracht en doorzettingsvermogen blijken niet te ontstaan uit heroïsche inspanningen, maar uit het goed inzetten van de spaarzame hoeveelheid wilskracht die de mens heeft. Als je veel dagelijkse beslissinkjes (opstaan, tas inpakken) automatiseert en ritualiseert houd je meer wilskracht over voor de zaken die echt belangrijk zijn. Dus je niet elke dag afvragen ‘zal ik mijn tas vanavond inpakken of pas morgen?’ of ‘zal ik nog een kwartiertje blijven liggen of toch al meteen opstaan?’. Als je daar telkens keuzes in moet maken, houd je geen energie meer over voor wat er echt toe doet. In zware omstandigheden blijken regelmaat en rituelen de mens op de been te houden.

Wat te doen met deze kennis?
Belangrijk is dus het inslijpen van routines voor triviale zaken, om vervolgens de wil in te zetten voor dat wat echt belangrijk is. En dat wat echt belangrijk is bereik je in kleine stappen: één ding tegelijkertijd. Niet van een leerling die veel liegt vragen dat hij nooit meer liegt. Dat vraagt teveel wilskracht. Laat hem eerst maar eens voor zichzelf opschrijven wanneer hij een ‘leugentje om bestwil’ maakt.
In computergames worden de technieken toegepast die perfect passen bij deze principes. Vandaar dat kinderen er dol op zijn. Ze maken gebruik van 3 technieken:
1. duidelijke regels
2. hanteerbare en steeds stijgende heldere en haalbare doelen
3. nadruk op beloning van échte prestaties
Denk dus niet bij een leerling dat de wil ontbreekt. Hij heeft grofweg net zoveel wilskracht als jij, alleen zet hij het in voor iets anders. En daar kan je dus in sturen….

Interessant? Lees meer of koop het boek Willpower – rediscovering the greatest human strength- van John Tierney en Roy Baumeister

.