Hij is nieuwsgierig naar de richting
van de wind, het afval bij de vuilnisbakken,
de blues, hij heeft plectrums, stukken
kwarts, een kompas, vuursteen en adressen
van ballonvaarders in zijn zakken.
Hij kent de Wadden, drijft op vlotten,
leidt kampen en maakt zonnewijzers,
vindt de begraven potten en hij
kan eenzaam lezen.
Hij heeft voor alles tijd,
kan niet slapen van nieuwsgierigheid
en komt tussen de vakanties langs
om te vertellen van vreemde breuken,
het nodige delen, het begrip verzameling;
op zijn gitaar laat hij horen
hoe een driekwartsmaat verschilt
van andere maten.
En hun verbazing over dit bestaan
- zij gaan naar school als gaan zij emigreren –
wil wegens hem niet overgaan:
van wat hij leeft willen ze
als voor het eerst geestdriftig
leven leren.
Ed leeflang
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten