Lag de nadruk van opvoeding eerst vooral binnen het gezin. Nu is er gedeelde verantwoordelijkheid tussen onder andere gezin, school, buurt, verenigingen.
Opvoeden zou niet langer alleen een verantwoordelijkheid van afzonderlijke gezinnen mogen zijn. Ouders hebben behoefte aan informele steun bij de opvoeding, en kinderen en jongeren hebben profijt van een positief opvoedklimaat in de wijk. We moeten het daarom weer gewoon gaan vinden om met elkaar over opvoeden te praten. Met z’n allen eraan deelnemen en voor elkaar klaar staan als het nodig is!
Dat kunnen we doen binnen formele en informele netwerken: in de buurt, rond de school of langs de zijlijn van het sportveld. Bijvoorbeeld door het organiseren van huiskameravonden, inloopochtenden, en straatspeeldagen. Of jongeren hun eigen speelveld in de buurt laten onderhouden. Dit perspectief noemen we de ‘pedagogische civil society’. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is bij uitstek de partij die de versterking van die pedagogische civil society in gang kan zetten.
Project ‘Allemaal opvoeders’
De komende twee jaar verkennen twaalf gemeenten in pilots het terrein van de pedagogische civil society. Zij worden daarbij ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht. Doel van dit project is het versterken van de informele sociale steun rondom gezinnen, en specifiek te onderzoeken hoe dat kan via de Centra voor Jeugd en Gezin.
Bron: Nederlands Jeugdinstituut www.nji.nl
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten