vrijdag 29 oktober 2010

Een veilig pedagogisch schoolklimaat in het voortgezet onderwijs


Omgaan met grensoverschrijdend pubergedrag in het onderwijs

Door Daan Wienke en Corian Messing

Een veilig pedagogisch schoolklimaat is een belangrijke voorwaarde voor effectief onderwijs. Het scheppen van zo’n schoolklimaat in het voortgezet onderwijs stelt hoge eisen aan docenten. Zij moeten effectief lesgeven, een goede werksfeer scheppen, regels consequent handhaven en passende maatregelen nemen bij overtreding van die regels. Belangrijk daarbij is dat een docent normaal, grensoverschrijdend pubergedrag niet te snel bestempelt als psychosociaal probleemgedrag.


In Nederland volgen meer dan negenhonderdduizend leerlingen voortgezet onderwijs op circa 650 scholen. 87 procent van die scholen levert onderwijs dat voldoet aan de basiscriteria van de Onderwijsinspectie. In de grote steden komen naar verhouding de meeste zwak presterende scholen voor. Op 1 januari 2009 waren 26 scholen voor voortgezet onderwijs als zeer zwak gekwalificeerd. Relatief vaak zijn dat scholen die alleen vmbo bieden.
De wijze waarop onderwijs tegenwoordig wordt aangeboden, draagt bij aan een klimaat waarin leerlingen zich thuis voelen. De rol van ict is toegenomen en in de onderbouw werken docenten steeds vaker in kleine kernteams. Onderwijs vindt niet meer altijd in een klaslokaal plaats, maar bijvoorbeeld in een grote ruimte waar de leerlingen projectmatig werken in kleine groepjes. Het vmbo biedt naast traditionele vakken programma’s en leergebieden die lesstof van meerdere vakken integreren. Samenwerken met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven wordt steeds vanzelfsprekender.
De kwaliteit van het voortgezet onderwijs is al enkele jaren stabiel. Als te verbeteren punten noemt de Onderwijsinspectie de afstemming van het onderwijs op verschillen in begaafdheid en interesse tussen leerlingen, efficiƫnt gebruik van de onderwijstijd, taakgericht werken, de leerlingenzorg, en de kwaliteit van het deel van het eindexamen dat de school zelf samenstelt (Inspectie van het Onderwijs, 2009).
Over het algemeen gaan leraren en leerlingen respectvol met elkaar om. Wel stelt de Onderwijsinspectie dat uit lesobservaties blijkt dat veel leraren genoegen nemen met een niet bevredigende pedagogisch-didactische situatie. De klas is bijvoorbeeld niet echt gemotiveerd, er ontbreekt een ordelijk klimaat of de prestaties van de leerlingen vallen tegen. De lestijd wordt vaak weinig efficiƫnt benut, gewoonlijk omdat docenten veel tijd besteden aan het aanpakken van ordeproblemen. De werksfeer is niet taakgericht. Leraren dagen leerlingen vaak onvoldoende uit, doordat ze geen eigen verantwoordelijkheid van hen eisen. Mede daardoor ervaren leerlingen de lessen vaak als saai.



Lees verder, download het hele artikel
hier

.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik wil graag het hele artikel lezen alleen kan ik deze niet openen. Waar kan ik hem anders vinden?