Herkent u daarbij het volgende beeld?
Mentor: ‘Michelle is een leuke meid, maar ze kletst wel heel erg veel’
Docent 1: ‘ja inderdaad, de helft van de tijd zit ze omgekeerd met haar vriendin te praten’
Docent 2: ‘ongelooflijk, het houdt maar niet op’
Docent 3: ‘maar ze heeft het thuis ook niet gemakkelijk, met zo’n broer’
Docent 4: ‘als het niet ophoudt met dat geklets, zie ik haar geen voldoende halen’
Als alle docenten er het nodige over gezegd hebben, weten we wat we eigenlijk al wisten:
Michelle kletst heel veel en overal, en veel collega’s hebben er last van. Zo gaat het door..leerling na leerling …en dat 3 middagen achter elkaar. Ik ken ze heel goed deze besprekingen..lekker ontspannen …we leunen achterover en roepen af en toe waar we last van hebben. Heerlijk is dat: even collega’s onder elkaar….
Niemand dwingt mij ook maar één seconde na te denken over de enige vraag die Michelle (en mij) écht verder kan brengen, nml: “Wat heeft Michelle van ons nodig om zich op haar werk te kunnen focussen?” De meest wezenlijke vraag van de hele leerlingenbespreking begint met ‘hoe kunnen wij (of hoe kan ik) …….?’. Pas als we deze vraag aandurven kunnen we als docententeam beter worden, beter als docenten en pedagogen en beter in het omgaan en voorkomen van gedragsproblemen.
Om je op gang te brengen … hierbij een opbouw die richting geeft. Vraag 1 t/m 3 heeft de mentor al voorbereid, over vraag 4 t/m 6 gaat de bespreking.
.
1 opmerking:
toch wel bruikbaar dat materiaal van hgw en 1-zorgroute.....
Een reactie posten