maandag 14 september 2009

Er even tussen uit

Leerlingen kunnen moeite hebben om zelf hun gedrag te corrigeren: ze worden extreem boos, ze trekken zich totaal terug. Deze leerlingen kan je helpen inzicht te geven in hun eigen gevoel en om het moment te benoemen waarop zij (met jouw hulp) hun gedrag nog kunnen keren.

Ga met de leerling op een rustig moment in gesprek. Tijdens het gesprek vul je met de leerling een 'thermometer' in waarop het gevoel en het gedrag beschreven wordt.
De thermometer werkt als volgt: bij het punt 1 ben je gelukkig en ontspannen, bij 10 sta je op het punt waarop je extreem gedrag vertoont.
Tijdens het gesprek neem je de volgende stappen:
  • Start bij het punt 1, dan ga je naar 10, vervolgens verken je de tussenmomenten.
  • Bij elke temperatuur verken je wat de leerling voelt en doet. Maak dit zo concreet mogelijk, hierbij kan het helpen naar een situatie te vragen wanneer zo'n moment was.
    o Wat voel je als je …..(gelukkig ben, boos bent etc)
    o Waaraan kan ik (als buitenstaander) dat zien?
  • Als de thermometer is ingevuld zoek je met elkaar naar het omslagpunt. Dit is het punt waarop de leerling het gedrag nog in de hand heeft en dus kan beïnvloeden.
  • Maak een Time-out kaart die op het omslagpunt ingezet kan worden.

Een voorbeeldOp de Time-out kaart schrijft de leerling dingen die hij/zij kan doen om de temperatuur naar beneden te krijgen. Zorg dat dit concrete en reële dingen zijn.

  • Wat kan je gaan doen op het moment dat je je zo voelt om weer rustiger te worden?
  • Door het omschreven gevoel kan de leerling het omslagpunt herkennen, door het concreet omschreven gedrag kan de docent het omslagpunt herkennen.
  • Maak met elkaar de afspraak dat de leerling de Time-out kaart in kan zetten tijdens de les. Zowel de leerling als docent kan hiertoe het initiatief nemen.
  • Spreek met elkaar (een signaal) af hoe beide partijen het omslagpunt herkennen.

.

Geen opmerkingen: